Elke dag ontwerp ik minimaal 1 typografische poster. Deze poster verwijzen naar citaten of mijn eigen bedachte teksten die bij de artikel horen.
waarom?
Mijn bewuste keuze om artikelen te lezen is een manier van aanpak om mijn kennis in het vakgebied grafisch vormgeven te verbreden. Lezen is nooit mijn sterkste punt geweest, vooral als het er op neerkwam dat we dit MOETEN lezen vanuit een vak. Na een snelle kijk in deze bron kwam ik erachter dat er daadwerkelijk toffe artikelen te vinden zijn die mij wel raken.
Hoe?
ik lees, ik citeer de zinnen die ik interessant vind. Ik sla fotos en screenshots op in ‘arena’. Daarna maak ik een samenvatting per dag die je hieronder kan vinden. Ik daag mijzelf uit om elke dag om minimaal 1 typografische poster te maken over de artikelen die ik gelezen heb. Ik leer mijzelf de waarde van het onderzoekend lezen.
- FIieldNote #4 Cultuur in Typografie
https://www.linedandunlined.com/archive/new-black-face
Ik besluit maar om weer de teksten te lezen over typografie aangezien ik daar nog onverwachte weetjes uit kan halen. De artikel die ik heb gelezen gaat voornamelijk over de introductie van een blackletter font in de westerse cultuur die later ook werd toegepast in America. Je leest over de intentie van de ontwerper die zich continue vervaagd en veranderd door de jaren heen. Van een populair modernistische font werd hij later tegen geclassificeerd als een ‘troep’ font.
Er wordt veel verteld over cultuur en stereotypische associaties die mensen legden met de vorm van het font. Zo wordt er ook omschreven hoe de ‘woodblock’ letters een door de tijd geclassificeerd worden als ‘circus letters’
Opvallend is, dat ondanks de vele associaties die grotendeels een negatieve lading hebben zoals ‘goedkoop, onbruikbaar en lelijk’ is hij toch recentelijk nog gebruikt voor de logo van een Subaru auto model ‘Outback;Een lettertype dat bijna 100 jaar bestaat heeft vele verhalen meegemaakt. Een prestigieus merk heeft een lettertype met een slechte reputatie weer naar boven gehaald.
“Wie bepaald dan of de lettertype geschikt is of niet? Als je hem een nieuwe context geeft, heeft het dan nog de waarde van de vorige associaties? Waarom staat comic sans dan zo slecht aangeschreven in de grafische wereld? Als bijvoorbeeld Apple comic sans gebruikt, wordt dit wereldbedrijf dan slechter geassocieerd, of wordt comic sans uit zijn lijden gebracht? komt er een balans in? “
Of zit de slechte associaties te diep geworteld in ons typografische cultuur dat ze niet meer te redden zijn. Ik ben nu geneigd om een poging te wagen om een typografische poster te ontwerpen met daarin de aanwezigheid van comic sans of papyrus… ik besluit om verder te zoeken naar de psychologie achter comic sans.
- Fieldnote #3
ja hallo daar ben ik weer en vandaag ben ik doelloos artikelen gaan zoeken. Ik heb de vorige twee dagen meer naar ‘oh dit is wel makkelijk om te lezen’ teksten gezocht. Nu ga ik toch een gewaagde stap proberen om moeilijkere teksten te lezen over design cultuur en geschiedenis.
Ik begon bij een artikelen over ‘white designers’ https://growfox.co.uk/blog/is-graphic-design-too-white.
Korte tekst, met niet erg een beknopte samenvatting of duidelijke boodschap. Dit duurde me 15 minuten om te lezen en analyseren.
Daarna een sprong in de diepte; een lange tekst. Veel te lang voor mij. Een essay over ‘Style’ dat vaak referenties legt met de ‘ornament is crime’ essay. Ik lees hier globaal door heen en citeer wat quotes. na ongeveer 30 minuten lezen geef ik het op en begin ik aan de tekst ‘ornament is crime’. Hier heb ook 15 minuten aan gezeten en merk dat ik ook afdwaal.
conclusie; moeilijke langdradige teksten zijn prima om te lezen, maar ik kan maar geen manier vinden om dit vast te leggen in mijn hoofd. Misschien hiervoor ook maar typografische posters maken? Moet ik zelf het beeld erbij ontwerpen? Ik kies ervoor om een 2 logos te maken binnen een bepaalde tijdgebied. Dit is een voorbeeld van ‘ornament is crime;. Waarom moeite instoppen om design te verbloemen als de boodschap hetzelfde is?
Ik keer terug naar mijn bronnen site en scroll daarna nog door meer verschillende categorieën zoals ‘Media, product, manifesto, etc. Allemaal hadden ze stuk voor stuk artikelen die ik oprecht interessant vind, maar liever in de vorm van een hoorcollege. Ik besluit om weer te zoeken naar de ‘makkelijke’ artikelen en stuitte ik uit op een artikel over ‘kleuren psychologie’ en ook een uitgebreide blog over ‘wat is code’ - FieldNote #1
start onderzoek;
15 minuten globaal kijken naar wat voor artikelen er zijn, daarna ben ik gaan kijken wat ik interessant vind. Opmerkelijk is dat er artikelen tussen zitten die wij hebben behandeld in de theorie lessen. Daaraan kan ik weten dat er moeilijke engelstalige teksten in zitten waarin het begrijpend lezen op een hoog niveau is. Sommige teksten vanuit deze herinneringen bevinden veel metaforen en begrippen. Misschien kan ik voor mijn onderzoek eens gaan kijken of er makkelijkere teksten zijn die ik kan lezen? en beginnen bij teksten die ik echt heel interessant vind. Dit staat tegenover de richtlijn die we hadden bij de theorie lessen waarvan we alleen konden kiezen uit moeilijke diepgaande teksten. Nu heb ik meer vrijheid.
eerste artikel
A-Note-on-the-Type by DexterSinister(2010)
Tot mijn verbazing is het een interessant stuk tekst dat gekoppeld is aan typografie. Hierin wordt verteld over de eerste ontwikkeling van typografische vertalingen van analoog tot digitaal. De tekst gaat over MetaFont. Dat is een font programerings taal die ontworpen is in 1979. Door met 1’en en 0’en te werken konden ze zo typografie weergeven in digitaal. Door een input te geven aan een MetaFont kan je de vormgeving van de font veranderen. Bijvoorbeeld (WEIGHT = 25, CURLYNESS = 0, SERIFS = True. Een MetaFont is ontworpen vanuit de basis, het kent geen outlines of vullingen die wij hedendaags kennen als het woord ‘vector’. Een MetaFont is eigenlijk gewoon de basistypografie ontworpen in een ‘skelletvorm’ die je kan aanpassen door de input aan te passen. Dit moest de ontwerpers meer vrijheid geven. althans, er kwam ook een wiskundige factor bij kijken wat het weer moeilijker maakt. Hedendaags moet mij dit erg denken aan de VariableType format. Hierin komen typografie en wiskunde ook bij elkaar.
Unlike more common computer outline font formats such as TrueType or Postscript Type 1, a MetaFont font is constructed of strokes drawn with set-width pens. Instead of describing the outline of the character directly by drawing each letter shape inside and outside, counter and letterform, a MetaFont file describes only the basic pen path or skeleton letter. Perhaps better imagined as the ghost that comes in advance of a particular lettershape, a MetaFont character is defined only by a set of equations rather than hard-coded coordinates and outline shapes. So it is then possible to treat parameters such as aspect ratio, slant, stroke width, serif size, (curlyness!?) and so on as abstracted input values that can change in each glyph definition, creating not a set of set letters, but instead
a set of set parameters,MetaFont is both a programming language and its own interpreter, a swift trick where it first provides a vocabulary and then decodes its syntax back to the native binary machine language of 1s and 0s. Knuth originally intended MetaFont as a helper application for TeX, the computer typesetting system he created to facilitate high-quality typography directly by authors. various inputs given to a MetaFont
Hierna ben ik meer gaan kijken over metaFont self; wordt het nog steeds gebruikt? Welke typografen doen hier aan? was dit systeem een success?
na wat googelen kwam ik erachter dat MetaFont niet een heel groot success was. Jonathan Hoefler vond de technologie niet toepasselijk om mooie fonts te maken. Verder kom ik ook weinig Metafonts tegen die je kan gebruiken of downloaden. Een leuk initiatief, maar verder onpraktisch? Na wat meer zoeken kwam ik echter een site tegen met voorbeelden waarin identiteiten zijn gemaakt die gebruik maken met MetaFont software;
Oke top, ik weet meer. nu volgende artikel over typografie. Ik zoek bewust naar een recente artikel die is uitgegeven om te kijken of mijn idealogie overeenkomt met de hedendaagse toepassingen van typografie. Misschien zijn er wel handige tips. Mijn volgende artikel is ‘italics’ uit 2019.
tweede artiekel
http://letters.temporarystate.net/entry/4/
‘Italics’ (2019)
Dit artikel gaat voornamelijk over Italics. Waarom Italics een onmisbare onderdeel is in het ontwerpen van typografie. Het neemt als voorbeeld een krant waarin alles in Italics style is geschreven. Deze tekst gaat terug in de tijd en legt voorbeelden neer over hoe italics zijn ontstaan; namelijk dat men in tekst een oplossing zocht om bepaalde tekst ‘(quotes, tijden, plekken, namen etc) een highlight te geven. Er worden voorbeelden verteld waarin men dit eerst deed doormiddel van dikke letters of onderstrepingen. Opmerkelijk is dat Bauhaus, die juist een voorstander was van nieuwe uitvindingen op het gebeid van typografie, helemaal geen italics gebruiken. Waarschijnlijk omdat in de ideologie van Bauhaus vaak gewerkt wordt vanuit efficiency , en dat zij het onnodig vinden om meerdere typografie te ontwerpen als je uiteindelijk met 1 font toch hetzelfde kunt bereiken. Verder wordt er uitgebreid verteld over de moeilijkheden van italic type design.
It might be tempting to attribute the absence of italics in Bauhaus magazine to the unavailability of such styles at that time for sans serif fonts (which were mostly used in the magazine, even for longer texts), but actually italic grotesks were already quite common at that time and you can find italic sans serifs even in the 19th century specimens: «Notice how the curves have become distorted. The subtle modulation of the stroke weight is thrown completely out of whack, getting thinner in some places and thicker in others. This is especially noticeable with the S, O and P. Notice how the O looks kind of squashed. The A is also affected, but the difference is less obvious: the left stroke has become slightly thinner while the right stroke has become slightly thicker.» In general, blackletter tradition offers a great variety of text highlighting techniques that don’t use italic (for an obvious reason — there is no italic in blackletter): According to Wikipedia, «In the 1950s, Gholamhossein Mosahab invented the Iranic font style, a back-slanted italic form to go with the right-to-left direction of the script». It is a curious concept. Indeed, if we have a style that leans right, wouldn’t a style that leans left also be useful in some occasional worldwide applications?
With these considerations in mind, four new styles were designed for Panama: Monospace Italic, Monospace Iranic, Proportional Italic and Proportional Iranic (as in the case of straight cuts, proportional versions use the same outlines/letterforms as the monospace ones, only the spacing is different):Rotation has a very interesting effect on Latin alphabet. In theory, rotating letters sound like a simple and natural thing to do, but you won’t find «Rotate characters» function in InDesign for a reason (and very, very rarely will you find a “rotated” typeface). Character rotation is unnatural for Latin typography, as it defies two fundamental concepts of Latin typesetting: the baseline and the intercharacter spacing system of a proportional typeface.
Adjusting metrics/kerning of the rotated typeface is an even bigger issue: instead of usual exercise of solving the familiar spacing puzzle of vertical, oval and diagonal shapes (finding the optimal metrics to balance the character pairs like “nn”, “no”, “oo”, “on”, “nv”, “vn”, “ov”, “vo”, “vv”, etc.), you are presented with innumerable amount of spacing combinations and the only good solution here is, probably, to go one step back and adapt the lettershapes themselves for the new rotated conditions. Maybe, it will be done one day, but for now FYL Rotated tries to fix the spacing issue with an uninventive bruteforce of 4462 (class-)kerning pairs.
Onderzoek vertalen naar een typografische poster:
Hierbij heb ik zelf een citaat gepakt een en poster van gemaakt. Ik merk dat het visualiseren van tekstueel onderzoek een goede manier is van mij om informatie vast te leggen. Vanaf nu ga ik bij elke artikel die ik lees een typografische poster maken.
afdwalen lijdt tot nieuw onderzoek/vragen.
Ook dwaalde ik vanaf deze tekst veel af, ik kan moeilijk omschrijven hoe, maar ik kwam bij typefoundries terecht. Ik kwam een studio tegen die ik ken, ik klikte op hun profiel en kwam dit prachtige fontje tegen.
ik dwaal meer af… hierna was ik aan het nadenken over hoe ik vroeger vaak op Dafont.com kwam. dit was toen de enige website die ik kende waarvan je lettertypes kon downloaden. Ik ging de site opnieuw bezoeken. De website die berucht is onder de grafische vormgevers omdat dit geen kwaliteit fonts zijn.
Nu vroeg ik me af, ook omdat ik recent ben begonnen met het verkopen van eigen fonts; welke auteur is het meest actief op dit platform? wat voor fonts leveren zij? De auteur met de meeste fonts heeft 291 online staan op het platform en die hebben in totaal 18 miljoen downloads! checkte de website van deze uitgeverij;
Oke oke, mijn eerste reactie was dat ik hier zo snel mogelijk weg wilt gaan. Neerbuigend wil ik niet zijn, maar dit lijkt wel een uitgeverij die fonts ontwerpen om kortpittige kapsel types zoals Joke en Gerda. Dit bracht mij op de volgende vraag; verdienen deze mensen nou veel? Zijn ze groot? hebben ze veel bezoekers? zijn ze populairder dan de typefoundries die hedendaagse proffesionele en verzorgde typografie leveren?
op een website tracker ging ik kijk naar hoeveel bezoekers zij krijgen:1 423 bezoekers per dag, dat is net zoveel als de typefoundrie waarin ik mijn font licentie ook aan wil verkopen. Dafont heeft 40000 bezoekers per dag.